reisverslag ad kroon

reisverslag Ad Kroon

Tijdens een feest van kennissen van ons raakte ik met Jan aan de praat en vroeg hem wat hij deed buiten zijn taak als concierge op de Brede school in Den Bosch. Hij vertelde mij over een project waaraan hij deelnam in Roemenie. Na een aantal keren met hem hierover gepraat te hebben en foto’s gezien te hebben, raakte ik zo geinteresseerd dat ik vroeg of ik ook niet een keer kon meegaan. Toen Jan zei dat dat mogelijk was, was het besluit snel genomen.

Op zaterdag 12 oktober was het dan zover. We zouden bij Jan thuis verzamelen en van daaruit zouden we naar Eindhoven gaan om vanuit daar naar Boekarest te vliegen. Bij hem kwam ik voor het eerst in aanraking met alle deelnemers. Buiten Jan en ikzelf, waren dat Hennie, de vaste partner van Jan gedurende deze reizen en Cor, een concierge aan een school in Nijmegen. Verder gingen er nog 5 kinderen mee van basisschool De Haren ( Nathan, Effie, Mats, Kaylee, Chevennety ) Mats bleek de zoon te zijn van een oud-leerling van mij, Floor Steenhuis.

Op het vliegveld aangekomen was ik weer eens zo dom geweest om mijn toilettas in mijn handbagage te stoppen. En jullie raden het al: dag scheerschuim, aftershave en gel. Na een vlucht van ongeveer 2 uur en 3 kwartier kwamen we in Boekarest aan. Op het moment dat ik mijn eerste voet op Roemeense bodem plaatste, waande ik mij in een hele andere wereld. Ik kreeg meteen de indruk dat ik in een grauwe, trieste werled stapte. Vanaf het vliegveld gingen we rechtstreeks naar het hotel waar we die nacht zouden slapen. Na bij een plaatselijk fastfood-restaurant gegeten te hebben en nog wat gedronken te hebben in ons hotel, gingen we naar bed.

De volgende dag, zondag 13 oktober, zijn we om 6.00 uur met de trein naar onze bestemming, Focsani gereden. Mijn indruk over dat grauwe en trieste land werd bevestigd. Gedurende de treinreis heb ik een uitgestorven land gezien met alleen maar bouwval. Of het nu gaat om de huizen, stations, fabrieken, alles was een bouwval. Overal langs de velden en wegen lag afval.

Aangekomen in Focsani werden we hartelijk ontvangen door de directrice van het plaatselijke Rode Kruis, Rodica. Zij heeft ons samen met haar zoon Codrin gedurende deze reis begeleid. We reden rechtstreeks naar het Rode Kruis. We hebben daar de hele week overnacht, hoewel de kinderen daar in het begin niet echt blij mee waren.

Onze 1e verrassing volgde meteen. We moesten gaan werken. We moesten druiven gaan plukken voor arme mensen, en wel 20 volle kratten. Daar was niet iedereen even blij mee. Vanaf de wijngaarden gingen we naar het huis van de plaatselijke burgemeester, waar we te zien kregen hoe van druiven wijn gemaakt werd. Thuis gekomen hebben we gegeten, waarna de burgemeester met zijn dochter nog bij ons op bezoek kwam.

Vanaf de volgende dag, maandag 14 oktober, kregen we pas echt te zien wat armoede betekent. Als eerste gingen we naar Odobesti naar een bejaardenhuis.We kwamen in contact met de bewoners en het personeel. Omdat zij niet voldoende geld hebben, kunnen zij niet overal en altijd de verwarming laten branden. Dat betekent, dat er oudere mensen, van wie er een op sterven lag, met kleren aan in bed lagen. Zoiets maakt grote indruk op iemand die gewend is dat bijvoorbeeld de verwarming ‘s-morgens aangezet wordt zonder erbij na te denken.

Vanuit daar gingen we naar de school in Beciu. Dit is de school die Jan als het ware geadopteerd heeft. Wat ik daar gezien heb is met geen pen te beschrijven. De koffie werd gezet met een apparaatje dat wij vroeger op de camping gebruikten om water warm te maken.Maar dat is nog niet alles. Mijn ogen vielen op een gebouwtje en mij werd verteld dat dat de toiletten waren waarvan de kinderen gebruik maakten.Ik liep ernaar toe en moest bijna overgeven. Zoiets vies, zoiets goors had ik nog nooit gezien. Alles kapot, een gat in de vloer om in te plassen en te poepen, vastgekoekte pis op de vloer, brrr. En tot overmaat van ramp mocht ik ook nog aanschouwen dat twee kleine kinderen inderdaad die toiletten binnengingen om te plassen. Jan vertelde mij dat toen hij voor het eerst op deze school aankwam, alles er zo uitzag als de toiletten die ik gezien had. Maar gelukkig is daar grote verandering in gekomen met behulp van de financiele hulp uit Nederland. Binnen de school was namelijk alles opgeknapt en de stoelen, banken, kasten enz. zagen er heel mooi uit. Besloten werd om zo snel mogelijk iets aan de toiletten te doen en voor de school een koffiezetapparaat te gaan kopen, wat we dan ook meteen gedaan hebben. We hebben ook nog een basket opgebouwd, die vanuit Mederland was meegenomen. Prachtig om te zien hoe kinderen zoveel plezier kunnen hebben als ze proberen de bal in het netje te gooien.

Van daaruit zijn we teruggegaan naar het bejaardenhuis, waar we gegeten hebben en de spullen die vanuit Nederland meegebracht waren, gesorteerd hebben. Verschrikkelijk om te zien hoe mensen, omdat ze niks hebben, onderhand letterlijk op de kleren en schoenen duiken om zelf iets te bemachtigen. “s-Avonds hebben we tenslotte gegeten bij de burgemeester van Odobesti.

De volgende dag, dinsdag 15 oktober, zijn we met Helena, een medewerkster van het Rode Kruis naar 2 scholen in Focsani gegaan die heel jonge kinderen opvangen. Opnieuw grote armoede. Bedjes uit de tijd van het communisme dan wel van voor de oorlog. Bijna geen speelgoed, wasgelegenheden met wasbakken die bij ons rechtstreeks naar het grof vuil gaan. En daarin moeten de kleine kinderen gewassen worden.Je kunt het je niet voorstellen. Maar 1 van de hoogtepunten op die scholen was toch wel de betonnen glijbaan. We hebben onze kinderen naar beneden laten glijden om te laten merken hoe zo’n glijbaan aanvoelt. Zij waren er niet blij mee.

Van daaruit gingen we naar een wijk in Focsani waar een nieuw tehuis gebouwd werd. Ook daar weer een en al grauwheid en triestheid. Vele schotels aan de muur, muren niet afgewerkt, kapotte auto’s, etc. Maar gelukkig was daar, zoals ik al schreef, het Rode Kruis met een bouw van een nieuw opvangtehuis bezig.

‘s-Middags op naar klein Rosmalen. Dit is een opvangtehuis voor bejaarden dat helemaal gebouwd is door iemand uit Rosmalen. Het zag er goed uit. We werden getrakteerd op een aantal dingen die ze zelf gemaakt hadden en we konden kennismaken met de bewoners. Gelukkig voor deze mensen was hun leven door de bouw van dit tehuis goed geworden.

‘s-Avonds werden we meegenomen naar een buitenverblijf. Daar hebben we samen met de burgemeester van Focsani gegeten. De dochter heeft liedjes gezongen en de kinderen hebben gedanst.

Woensdag 16 oktober was voor Cor en mij de laatste dag. ‘s-Morgens gingen we naar Marasesti. Het dorp is een zigeunerdorp. Dit is veruit het armste deel van Roemenie. Hier wonen de zogeheten Roma-zigeuners. zoiets heb ik in mijn leven nog nooit van dichtbij meegemaakt. Zoveel krotten bij elkaar, geen verharde wegen, alleen rotzooi. Hier leven de mensen met meerderen in een echte bouwval of containers. Onze kinderen waren ook zeer onder de indruk van deze armoede. Zij hebben kinderen van die mensen in hun armen genomen en geknuffeld. Heel mooi om te zien hoe 2 totaal verschillende werelden voor een ogenblik 1 worden. Ik heb af en toe letterlijk met tranen in mijn ogen gestaan. Je kunt je niet voorstellen dat dit ook een deel van europa is.

Onze laatste trip was naar Homocea. Daar werden we aangenaam verrast. We werden ontvangen door de plaatselijke burgemeester. We zijn eerst naar een schooltje geweest dat gesponsord werd door Nederland.Goed om te zien dat er ook betere spullen staan. Vervolgens hebben wij een heel mooi kerkje bekeken, daarna de bibliotheek. Na iets bij de burgemeester gedronken te hebben, gingen we naar een school die met behulp van subsidie uit Europa gebouwd is. In een woord; Prachtig. ‘s-Avonds werden we door de burgemeester uitgenodigd om samen met hem in de plaatselijke voetbalkantine te eten.

Nadat we weer thuis waren gekomen, hebben ik en Cor onze koffers ingepakt want wij moesten de volgende dag om 5.00 uur richting station. Toen we afscheid van Codrin wilden nemen, hadden Codrin en Jan voor ons nog een verrassing in petto. Zij verzonnen ter plekke een smoes zodat we geen afscheid konden nemen. En de volgende ochtend stond Codrin al voor 5.00 uur bij ons om ons weg te brengen. Bij het afscheid op het station zei ik dat het een ongelooflijke en onvergetelijke reis was geworden.

Na de treinreis richting Boekarest en de vliegreis richting Nederland zijn we weer veilig op Nederlandse bodem geland.

Ik heb nog veel aan dze reis moeten denken en dat doe ik nog steeds. Zoiets zou iedereen in zijn leven een keer moeten zien. Dan word je pas echt met je neus op de feiten gedrukt. Daar zie je pas echt wat armoede is. Maar gelukkig zijn er mensen zoals Jan en Hennie die het leven van deze mensen draaglijker proberen te maken.

Ad Kroon